9 juni 2015 – Weeshuizen in Tanzania

Facebook
Op de dag dat ik het weeshuis in Mji Mwema na ruim 2 ½ maand met pijn in mijn hart verliet, zag ik een post op Facebook die me diep raakte. De persoon schreef: “Weeshuizen in Afrika: voor kinderen ouder dan 2 jaar mogen ze er wat mij betreft niet zijn. Onze stichting gaat er vanuit dat elk kind een familie heeft.” Daar reageerde een persoon op met de woorden: ‘Juist voor kinderen onder 2 jaar (en ook ouder) zijn weeshuizen funest. Met risico op (criminele) uitbuiting en misbruik van westerse sentimenten.”

Deze reacties raakten me midden in mijn hart en het kostte me heel veel moeite hier niet op te reageren. Want het ligt wat mij betreft veel genuanceerder. Maar ik heb mezelf kunnen inhouden, dit soort discussies moet je niet op Facebook voeren. Maar toch wil ik hierover iets kwijt en dat doe ik via deze column.

Samenwerking met de overheid
Voordat ik dieper op de zaken in ga, wil ik eerst een stukje historie met jullie delen. Maar belangrijk in het hele verhaal is om te onthouden dat ‘onze’ nonnen nauw samenwerken met de lokale overheid en Social Welfare.

Oud en versleten
Het oude weeshuis in Morogoro (een dorpje naast Peramiho) was, na ruim 50 jaar, opgeleefd en hard aan renovatie of vervanging toe. In het oude weeshuis verbleven op het hoogtepunt zo’n 150 kinderen. Sr. Fromunda kon, in de ruim 45 jaar dat ze de leiding had, geen ‘nee’ zeggen en iedereen die dat nodig had kon er onderdak krijgen. In 2013 besloot ze, op 89 jarige leeftijd, met pensioen te gaan. Vlak daarvoor was al besloten dat er een nieuw weeshuis gebouwd ging worden en wel in Mji Mwema, Songea. Dit op het grondstuk bij de kleuterschool en met de achterliggende gedachte dat de nieuwe kinderen daar dan meteen naar school konden gaan.

Van oude stijl weeshuis naar drie gezinsvervangende huizen
Er werd een nieuwe weg ingeslagen. Een weeshuis met 150 kinderen onder een dak was niet meer van deze tijd en er moest iets gebeuren. Dat aantal moest worden teruggebracht en kinderen moesten zoveel mogelijk bij familie worden ondergebracht. Terwijl dat proces werd ingezet werden in Mji Mwema drie (gezinsvervangende) huizen gebouwd. Over deze drie huizen verspreid was plaats voor maximaal 48 kinderen.

Natuurlijke uitloop en op zoek naar familieleden
Diverse grotere kinderen zijn zelfstandig gaan wonen omdat ze daar de leeftijd voor hadden en omdat ze school of een opleiding hadden afgerond. Verschillende kinderen zijn intern gaan wonen bij de middelbare school waar ze les hebben. Deze zogenaamde ‘boarding schools’ zijn in Tanzania heel normaal. Voor de overige kinderen is ter voorbereiding op de afslanking, jaren geleden al gestart met het opsporen van familieleden. Heel veel familie is gevonden en bezocht. Kinderen zijn daar waar dat mogelijk was, ondergebracht.

Een van de armste landen ter wereld
En ja, iedereen heeft familie, dichtbij of iets verder af. Maar dat wil nog niet altijd zeggen dat zij er ook voor willen en/of kunnen zorgen. Of in vele gevallen is familie (van bijvoorbeeld een vondeling) niet te vinden. We hebben het hier wel over een van de armste landen ter wereld. Veel mensen hebben moeite om met hun eigen gezin al te (over)leven. Een kind van een familielid erbij nemen is niet altijd (materieel en/of financieel gezien) mogelijk.

Daarnaast zijn er ook kinderen waar niemand voor wil zorgen. Iets waarbij ik mij bij deze kinderen niks kan voorstellen, omdat ze lief, zorgzaam, heel slim en super hulpvaardig zijn. En toch is het zo. Laat ik mijn verhaal onderbouwen met enkele schrijnende voorbeelden van ‘onze’ eigen kinderen uit het weeshuis in Mji Mwema.

Weggegooid
Een van de kinderen (*2006 - nu 8 jaar) is letterlijk en figuurlijk als baby weggegooid in het bos. Na haar vondst is ze ondergebracht in het weeshuis in Uwemba (ook onder leiding van ‘onze’ nonnen). Hier verblijven kinderen van 0 tot ongeveer 2–3 jaar. Er is destijds, maar ook nu samen met de afdeling ‘Social Welfare’, gezocht naar familie, maar er is geen familie gevonden. Diegene die haar gevonden had wilde haar wel adopteren. En de procedure werd in gang gezet. Maar helaas bleek die vrouw uiteindelijk meer geïnteresseerd in een goedkope huishoudelijke hulp, met alle gevolgen van dien. De vreselijke details laat ik verder achterwege. ‘Social Welfare’ heeft uiteindelijk ingegrepen en het kind is uit huis weggehaald. Ze verblijft nu in Mji Mwema waar ze het goed doet. Ze is weer helemaal zichzelf en leert goed. Het is een hele lieve jonge meid die de beste toekomst verdient die er bestaat.

Van hot naar her en uiteindelijk ongewenst
Van een ander kind (*2004 – nu 11 jaar) is de vader in 2007 gestorven en de moeder in 2009. Na de dood van haar ouders heeft een van haar opa’s (en zijn tweede vrouw) de zorg voor haar op zich genomen. Begin 2014 stierf opa en zijn tweede vrouw wilde niet verder voor het kind zorgen. Het meisje werd vervolgens bij haar tante ondergebracht. Maar dit werd een drama. Vergelijkbaar met het Assepoester ‘sprookje/nachtmerrie’. Het kind kreeg bij haar tante nauwelijks te eten en te drinken en kreeg geen fatsoenlijke kleren en schoeisel (moest op blote voeten heel ver naar school lopen). De overige gruwelijke details laat ik ook hier achterwege. Het kind werd niet alleen mentaal, maar ook fysiek mishandeld. ‘Social Welfare’ greep uiteindelijk ook hier in en het kind werd in oktober 2014 in Mji Mwema geplaatst. Daar doet ze het nu, gezien haar achtergrond, redelijk goed. Maar je merkt dat ze heel wat heeft meegemaakt. Soms trekt ze zich heel erg terug in haar schulp en zie je haar huilen. Maar ze is slim, lief, zorgzaam en doet alles wat je haar vraagt. Ook dit kind zou ik zo mee naar huis willen nemen.

Wat anders
En zo zijn er nog talloze schrijnende verhalen, te veel om op te schrijven. En voor zulke kinderen ben ik o zo blij dat er de mogelijkheid van een gezinsvervangend tehuis bestaat. In ieder geval tot er betere oplossingen zijn. Ik zou van ganser harte willen dat weeshuizen/gezinsvervangende tehuizen niet nodig waren. Maar pleegouders/pleeggezinnen kennen ze in Tanzania nog onvoldoende en hier in het zuiden al helemaal niet. Daardoor blijven dit soort instellingen helaas nog steeds nodig. Wat zou er anders van deze lieve kinderen terecht zijn gekomen.

(Criminele) uitbuiting en MISbruik van sentimenten
Het risico op (criminele) uitbuiting waarover wordt gesproken in de eerder genoemde reactie op Facebook ontgaat me, in ieder geval wat onze situatie betreft, compleet. Van de tientallen kinderen die door Sr. Fromunda zijn opgevoed is er één op het verkeerde pad terecht gekomen, terwijl zijn broer afgestudeerd is als leraar en het heel goed doet. Maar wat zou er van bijvoorbeeld de twee bovengenoemde kinderen en alle anderen terecht zijn gekomen als ze aan hun lot waren overgelaten?

En misbruik maken van westerse sentimenten is het laatste wat we willen. Ik kan met stelligheid zeggen dat onze stichting geen MISbruik maakt van Westerse sentimenten. We vragen op een normale manier om hulp. Vrijblijvend en zonder onrealistische, zielige foto’s, zoals foto’s met vliegjes in de ogen of dikke buikjes. Wat we wel doen is GEbruik maken van feiten en onze connecties om het verschil te kunnen maken. Om te helpen, zoals zoveel stichtingen die zich inzetten in de Derde Wereld of voor de voedselbank, gewoon in ons eigen kikkerlandje. Ook dat zou niet nodig moeten zijn.

Iedereen is natuurlijk vrij om zijn of haar eigen mening te hebben over dit soort (wees-/gezinsvervangende)huizen in Afrika. Ik wilde de uitspraak op Facebook vanuit een ander oogpunt en met de bij ons bekende verhalen toelichten. Wij blijven in ieder geval doorgaan onder het motto van Gandhi: “Wees de verandering die je wilt zien in de wereld.”

Met dankbare groet,

moniquederrez-small

Reageren is niet mogelijk